The Big Three: beheers jij de financiële basics?

Beheers jij de financiële basisconcepten? Om deze basiskennis te testen, bedachten economen Lusardi en Mitchell drie meerkeuzevragen. Aan de hand van deze drie vragen, die ook wel bekend staan als ‘the Big Three’, kan iemands financiële geletterdheid worden gemeten.[1]

Doe zelf The Big Three

Benieuwd hoe het met jouw financiële basiskennis staat? Geef dan antwoord op de onderstaande drie vragen. De juiste antwoorden staan onderaan het artikel.

The Big Three

Stel je hebt vandaag 100 euro aan spaargeld op een rekening bij de bank staan. Op deze rekening wordt elk jaar 2% rente uitgekeerd op je spaarsaldo. Hoeveel geld zou je na vijf jaar op deze rekening hebben staan, als je het geld niet tussentijds opneemt?
1. Meer dan 102 euro
2. 102 euro
3. Minder dan 102 euro
4. Geen idee
Stel de spaarrente op je bankrekening bedraagt jaarlijks 1%. De inflatie is gelijk aan 2% per jaar. Hoeveel zou je na één jaar kunnen kopen met je geld op deze bankrekening?
1. Meer dan vandaag
2. Precies evenveel als vandaag
3. Minder dan vandaag
4. Geen idee
Het beleggen in aandelen van één enkel bedrijf is doorgaans veiliger dan hetzelfde bedrag beleggen in een beleggingsfonds.
1. Juist
2. Onjuist
3. Geen idee

Bronnen: Robeco; Global Financial Literacy Excellence Center

Essentieel om onder de knie te hebben

In The Big Three staan de volgende principes centraal: samengestelde interest, inflatie en risicodiversificatie. Deze concepten zou je onder de knie moeten hebben om belangrijke financiële beslissingen goed te kunnen nemen. Denk bijvoorbeeld aan het kiezen van een hypotheek, beleggen of een pensioenpotje opbouwen.[2]

Samengestelde rente, inflatie & risicospreiding: 3 financiële basisconcepten die iedereen in de vingers moet hebben.”

No Peanut Butter

De drie vragen worden wereldwijd toegepast om financiële geletterdheid te meten. Wel worden ze vaak aangevuld of vervangen door vragen die zijn toegespitst op specifieke onderwerpen, zoals de aandelenmarkt of risico. Ook het International Network on Financial Education (OECD/INFE) gebruikt het model, maar pakt het breder aan. Het OECD/INFE kijkt naar meerdere dimensies: financiële kennis, financieel gedrag en financiële houding.[3] Lusardi en Mitchell hebben zelf ook een uitgebreidere versie van The Big Three ontworpen: ‘The Big Five’.[4]

De ondergrens

The Big Three lijkt daarmee toch wel de ondergrens af te tekenen voor de kennis die je moet hebben om financieel je mannetje te kunnen staan. Toch halen velen die ondergrens niet: slechts een derde van Lusardi en Mitchells respondenten wisten alle drie de vragen juist te beantwoorden.[5] En zo weet volgens het OECD/INFE maar liefst de helft van alle Britse vrouwen het antwoord op de eerste vraag (over samengestelde rente) niet.[6]

Mocht je dus niet alle antwoorden juist hebben: je ben niet de enige. Maar hopelijk voel je je wel aangespoord om je in te lezen over de drie onderwerpen.

The Big Three: de antwoorden

Stel je hebt vandaag 100 euro aan spaargeld op een rekening bij de bank staan. Op deze rekening wordt elk jaar 2% rente uitgekeerd op je spaarsaldo. Hoeveel geld zou je na vijf jaar op deze rekening hebben staan, als je het geld niet tussentijds opneemt?
1. Meer dan 102 euro
2. 102 euro
3. Minder dan 102 euro
4. Geen idee
Stel de spaarrente op je bankrekening bedraagt jaarlijks 1%. De inflatie is gelijk aan 2% per jaar. Hoeveel zou je na één jaar kunnen kopen met je geld op deze bankrekening?
1. Meer dan vandaag
2. Precies evenveel als vandaag
3. Minder dan vandaag
4. Geen idee
Het beleggen in aandelen van één enkel bedrijf is doorgaans veiliger dan hetzelfde bedrag beleggen in een beleggingsfonds.
1. Juist
2. Onjuist
3. Geen idee